Popjes op de plank. Poppen waarbij door de borst een horizontaal koord loopt.
Het ene uiteinde van het koord is vastgemaakt aan een paaltje, het andere uiteinde is om de knie van de poppenspeler geknoopt.
Deze is tegelijk muzikant. Hij bespeelt een doedelzak, draailier, draaiorgeltje, fluit, trekzak of trommel. Op de maat van de
muziek beweegt de speler zijn been. Dan gaan de poppetjes aan het dansen.
Zie ook
Step Tänzer en Doepak nr. 126a.
|
Illustratie: Fil aux pantins (reclameprent).
Impressum: Frankrijk (1880=1920).
Inventarisnummer: 00229. |