Platte speelgoedpop met scharnierende ledematen die gaan bewegen als men aan een touwtje trekt dat
onder aan het lijfje hangt. De beweging is tamelijk stuurloos en eenvormig; de armen en benen bewegen alleen zijwaarts en tegelijk.
De figuur kan van hout zijn, maar bekender zijn de uitvoeringen van papier gemaakt - via kopergravure of lithografie - die gedrukt
werden in de negentiende eeuw. De vellen bestaan uit losse onderdelen van de figuur: hoofd, armen, (boven- en onder)benen en de
torso. De lichaamsdelen kon men uitknippen en zo nodig inkleuren. Meestal waren de vellen echter vooraf al ingekleurd; handmatig
via kartonnen sjablonen, of machinaal. Sommige prenten zagen er extra fraai uit. Ze waren veelal duurder; de afgebeelde figuren
droegen op goud lijkende kleding. Deze goudkleur werd bereikt door het opbrengen van goudbrons, een mengsel van tin en zwavel of
een poeder van koperlegeringen vermengd met Arabische gom. De trekpoppen stellen vaak
commedia dell'arte-figuren voor, zoals
Harlequin,
Pierrot en
Polichinelle. Bekende, vooral Franse uitgeverijen van de
pantins waren Imageries Réunies de Jarville-Nancy en Imagerie Pellerin d'Épinal. In Duitsland
kwamen prenten met
Hampelmänner uit van de bekende
papieren-theatervellen-uitgeverij J.F. Schreiber te Eszlingen. De Engelse
benaming voor trekpop is
jumping Jack.
Zie ook
Centsprent en Pamflet nr. 54.
|
Illustratie uit: Spielzeug: ein bunte Fibel.
Impressum: L. Staackmann, Leipzig (1938).
Stamboeknummer: 71.091.
|