Een primitief muziekinstrument. Het woord 'foek' geeft de grappige toon van het instrument weer.
Deze naamgeving noemt men een 'onomatopee', dat wil zeggen een door klanknabootsing gevormd woord. Dat geldt ook voor het
Italiaanse rammelinstrument de
Triccaballacco. De klank van de foekepot, ook wel
Rommelpot genoemd, wordt veroorzaakt door een pot waar via de bovenkant een riet, stok of
twijg in is gestoken. Over de opening van de pot is een varkensblaas gespannen. Door over het iets bevochtigde en uitstekende
riet te wrijven komt het foek-geluid tot stand. Jongeren gaan in de carnavalstijd met dit 'bedelwerktuig' al zingend langs de
buurtbewoners om geld of snoep op te halen. ''k Heb zolang met de foekepot gelopen, nog geen geld om brood te kopen. Foekepotterij,
foekepotterij, geef me een oortje (muntje) dan ga ik voorbij.' Zie ook
Hanske knap.