Trompetter

Het beroep van Jan Klaassen volgens het lied 'Jan Klaassen de trompetter', dat door Rob de Nijs in 1973 voor het eerst werd gezongen en meteen een hit was. Lennaert Nijgh schreef de tekst en Boudewijn de Groot maakte de muziek. In het lied komt de veronderstelde herkomst van de oud-Hollandse schelmfiguur aan de orde. Er zou een trompetter hebben bestaan, Jan Klaaszoon geheten, die gediend had bij de garde van prins Willem II. Bij diens dood in 1652 werd iedereen in de garde die prinsgezind was ontslagen, zo ook onze Jan. Hij vestigde zich te Amsterdam en verdiende de kost met het vertonen van de Poppenkast.
'Geen mens die van Jan Klaassen ooit iets teruggevonden heeft,
maar alle kinderen kennen hem; hij is niet dood, hij leeft!
Jan Klaassen was trompetter in het leger van de prins.
Hij marcheerde van Den Helder tot Den Briel.
Hij had geen geld en hij was geen held
en hij hield niet van het krijgsgeweld.
Maar trompetter was hij wel in hart en ziel.'
Trompetter
Illustratie uit: Het gezicht van Jan Klaassen:
hij lacht zich een bult.
Auteur: Hetty Paërl.
Impressum: Oostelijk Kunstbedrijf, Vorchten (1985).
Stamboeknummer: 71.458.