Scheelogige ridderfiguur. Een van de belangrijkste personages in de epen (heldendichten) rond
Karel de Grote. Deze legenden zijn een belangrijk onderdeel van het repertoire van het traditionele
Siciliaanse stangpoppentheater. Orlando is de eerste
paladijn (ridder) van zijn oom Karel en een van de favorieten van het publiek. Hij
is zeer serieus en heeft weinig geluk met vrouwen. Hij vat liefde op voor de heidense prinses
Angelica. Als zij na een verblijf aan Karels hof in Parijs terugkeert naar haar land,
verzaakt Orlando zijn plichten jegens zijn vorst. Hij móét haar weerzien en gaat naar haar op zoek. Onderweg valt zijn
oog op een hart dat is uitgekerfd in een boomstam. Een pijl loopt door het hart. Aan de uiteinden staan twee namen:
Angelica en Medoro. Van een herder hoort Orlando dat Medoro een Moorse soldaat is, op wie Angelica verliefd is geworden
en die ze mee heeft genomen om hem tot koning van haar land te maken. Orlando wordt razend van jaloezie. Hij rukt zich
het harnas af, scheurt zich de kleren van het lijf en valt voorbijgangers aan. Orlando furioso - razende Roeland - wordt
hij daarom genoemd. In een latere episode komt het weer goed met Orlando. Dit gebeurt nadat een andere paladijn, Astolfo,
op het gevleugelde paard Ippogrifo naar het paradijs gereisd is en daar een ampul
gevonden heeft met Orlando's verstand.
Als Orlando aan de ampul ruikt, is hij van zijn waanzin genezen.
Zie ook Cartellone, Epos,
Pupi,
Rinaldo en
Tchantchès.
|
Illustratie uit: L'opera dei pupi.
Auteur: Antonio Pasqualino.
Impressum: Sellerio, Palermo (1978).
Stamboeknummer: 70.538. |