Toneelspel dat in de Middeleeuwen gegeven werd op een stilstaande wagen door rondtrekkende
wagenspelers, komedianten, kwakzalvers, muzikanten en
toneelspelers. Zingend, springend, musicerend en mallotige gebbetjes uithalend, werd in een
mum van tijd een plek in beslag genomen. Behendig toverden ze speelplek en wagen om tot bos, huis, paleis of gevangenis. Op
innemende en charmante wijze namen de acrobaten en
narren de
toeschouwers voor zich in. Zwierig werd er voortdurend gewisseld van rol; spelers
schoten in en uit hun simpele, suggestieve kostuums en zetten het publiek een wervelend avonturenverhaal voor.
Gehaaid hielden de potsenmakers de aandacht vast met vuurvreten, goochelen en andere
clowneske kunsten.
Zie ook
Bänkelsänger,
Commedia dell'arte en
Explicateur du théâtre.